c. School zegt niet de juiste ondersteuning te kunnen bieden, wat nu?
Als de school aangeeft niet de juiste ondersteuning aan je kind te kunnen bieden, probeer dan samen in...
Als je kind op de basisschool extra ondersteuning had, is het aan te raden om als ouder al tijdens het schoolkeuzeproces een gesprek aan te vragen met coördinator passen onderwijs van de nieuwe school. Doe dit in overleg met de basisschool en de consulent van ppo-nk.
Welke vormen van ondersteuning zijn mogelijk op de middelbare school?
Middelbare scholen bieden passend onderwijs in de vorm van basisondersteuning, lichte ondersteuning en extra ondersteuning. Hieronder vind je korte beschrijvingen van deze ondersteuning.
Tip – elke school geeft op zijn eigen manier vorm aan de verschillende ondersteuning. Wil je weten hoe de school van jouw kind dit vormgeeft? Zoek dan naar het schoolondersteuningsprofiel op de website van de school of in de schoolgids. Ook kun je de mentor of de coördinator passend onderwijs hiernaar vragen.
Basisondersteuning
Iedere middelbare school biedt basisondersteuning aan leerlingen. Zo heeft iedere groep leerlingen een mentor en daarnaast is er een hulp bij dyslexie, dyscalculie of bij het organiseren van schoolwerk. Jongeren die minder goed Nederlands spreken of schrijven, krijgen hulp. Ook leren jongeren goed met zichzelf en met anderen om te gaan. Informatie over de basisondersteuning vind je in het schoolondersteuningsprofiel van de school. Ook kun je dit vragen aan de mentor of de coördinator passend onderwijs.
Praktijkonderwijs
In Noord-Kennemerland zijn twee praktijkscholen voor leerlingen die vooral leren door te doen en niet zozeer door veel te lezen over iets. In het praktijkonderwijs is er veel begeleiding in kleine klassen. Je kind kan later praktisch werk gaan doen zoals koken, persoonlijke verzorging, zorg en welzijn. Ook kan je kind verder leren op het mbo. Een opleiding op een praktijkschool duurt ongeveer vijf jaar.
VMBO scholen bieden lichte ondersteuning aan jongeren, als er een verhoogd risico is op leerachterstand met spelling, lezen of rekenen. Ook wordt er indien nodig ondersteuning geboden bij sociaal-emotionele ontwikkeling. De scholen bespreken welke jongeren lichte ondersteuning krijgen en op welke manier. Informatie over lichte ondersteuning vind je in het schoolondersteuningsprofiel van de school. Ook kun je dit vragen aan de mentor of de coördinator passend onderwijs.
Extra ondersteuning
Daarnaast bieden scholen extra ondersteuning op school aan jongeren met een extra ondersteuningsbehoefte. Elke school organiseert dit op een eigen manier bijvoorbeeld via een trajectvoorziening, ondersteunpunt of hulp van coaches. Informatie over de extra ondersteuning vind je in het schoolondersteuningsprofiel van de school. Ook kun je dit vragen aan de mentor of de coördinator passend onderwijs.
Individueel arrangement
Sluit de basisondersteuning en extra ondersteuning die de school biedt niet aan bij de ondersteuningsvraag van je kind, dan kan je samen met de school een individueel arrangement bij het samenwerkingsverband aanvragen. Dit is een flexibel arrangement dat per jongere (of een kleine groep jongeren met gelijksoortige behoeften) op maat wordt gemaakt.
Welke vormen van voortgezet speciaal onderwijs zijn er in de regio Noord-Kennemerland?
Merk je dat de reguliere scholen, inclusief het praktijkonderwijs niet goed genoeg passen bij je kind? Neem contact met een consulent van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Noord-Kennemerland of het oudersteunpunt. Mogelijk past voortgezet speciaal onderwijs beter bij je kind. De consulent kan je meer informatie geven welke scholen er in Noord-Kennemerland zijn en wat nodig is voor toelating op het speciaal onderwijs.
Met wie moet ik in gesprek om ondersteuning voor mijn kind te regelen?
In het voortgezet onderwijs is de coördinator passend onderwijs van de school het eerste aanspreekpunt om de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van leerlingen te coördineren. Soms wordt dit de ondersteuningscoördinator genoemd, maar de benaming verschilt per school. De rol van deze coördinator lijkt op die van de intern begeleider op de basisschool.
Als je kind op de basisschool extra ondersteuning had, is aan te raden om als ouder al tijdens het schoolkeuzeproces een gesprek aan te vragen met de nieuwe school. Doe dit in overleg met de basisschool en de consulent van ppo-nk.
Als voor de inschrijving op een (nieuwe) school al duidelijk is dat je kind extra ondersteuning nodig heeft op school, onderzoekt de school hoe en of het de juiste ondersteuning kan bieden. Als jouw kind is toegelaten en je kind heeft extra ondersteuning nodig naast de basisondersteuning dan stelt de school een ontwikkelingsperspectief op. Hierin staat de omschrijving van de begeleiding van je kind. Het opstellen gebeurt in overleg met jou als ouder en als er op de basisschool al een TOP-dossier was, wordt dit ook gebruikt.
Scholen moeten het ontwikkelingsperspectief binnen zes weken na de inschrijving van de leerling vaststellen. Het wordt besproken tijdens het multidisciplinair team (MDO) en is onderdeel van het TOP dossier. Ten minste één keer per jaar moet het plan geëvalueerd worden met jou als ouder.
Soms is het zo dat de jongere uiteindelijk naar een andere school gaat om de juiste ondersteuning te krijgen.