Een situatie anders inschatten gebeurt regelmatig. Er kunnen verschillende redenen voor zijn. De leerkracht van je kind en jij als ouder kunnen andere beelden hebben doordat een kind zich thuis en op school anders gedraagt. Ook kan het zo zijn dat jij en de leerkracht een andere interpretatie geven aan wat je bij jouw kind ziet.
Het kan behulpzaam zijn om wat je ziet en hoort (waarnemingen) met elkaar te vergelijken. Deze vragen kunnen daarbij helpen:
- Wat zie en hoor je?
- Wat zegt het kind dat er aan de hand is?
- Wat ziet en hoort de leerkracht?
- Wat zegt het kind tegen de ander?
Vervolgens kan het helpen om jullie waarnemingen naast elkaar te leggen en samen te kijken of je een rode draad kunt ontdekken. Daarna kun je samen bekijken welke betekenis daarbij hoort: dan stem je de interpretatie af. Deze vragen kunnen daarbij helpen:
- Wat denk jij dat er aan de hand is?
- Waarom denk je dat?
- Wat denkt de leerkracht?
- Waarom denkt de ander dat?
Probeer of je elkaar kunt begrijpen. Hoe komt de ander tot zijn of haar interpretatie?
Hulp van een consulent
Het kan lastig zijn om het gesprek stil te zetten en te vertragen. In deze situatie kun je als ouder contact zoeken met een consulent van het samenwerkingsverband. Vaak helpt het om je verhaal te doen bij iemand die onafhankelijk is. Iemand die naar je luistert en met je meekijkt naar de mogelijkheden vanuit de vraag: wat is er nodig om ervoor te zorgen dat jouw kind passend onderwijs krijgt? Samen onderzoek je de situatie en kijk je welke mogelijkheden er zijn. Een consulent kan eventueel ook een gesprek tussen jou en de school faciliteren.